Fragment Hoofdstuk VII Koppeschaar

Zondag 30 april 1820
Onze afleiding vonden we in De Twee Kolommen. Soms nodigde Van den Heuvel een kermisartiest uit, soms had hij net weer een meer chique artiest weten te vragen. We mochten graag naar de mechanicus David Bamberg gaan, die regelmatig zijn goocheltalenten vertoonde in café’s en op kermissen. De spanning was al om te snijden wanneer zijn zwartgelakte koets de Breestraat werd binnengereden en zijn koffers voor hem van de koets moesten worden gedragen. Het was anders wanneer er een artiest werd afgezet, dan wanneer de dentist kiezen kwam trekken, of er iemand het aanbestedingsbestek van Salomon kwam doornemen. Want ook daarvoor kon je in De Twee Kolommen terecht. Met zijn witte handschoentjes goochelde Bamberg een muntje tevoorschijn voor diegene die zijn koffers bij De Gouden Leeuw naar boven wilde brengen.
‘De man bedriegt je waar je bijstaat’, concludeerde Du Pui naar Casper.

Meer fragmenten

Fragment Proloog
Fragment Hoofdstuk I Verwoesting

Fragment Hoofdstuk II Wilhelmus
Fragment Hoofdstuk V Vroedschapspenningen
Fragment Hoofdstuk XI Misdadig België
Fragment Hoofdstuk XV Het schijnt te Blijken
Fragment Hoofdstuk XVI Zaak Seyn
Fragment Hoofdstuk XX Hollands Spoor